Veiligheid
Veiligheidseisen vluchtvoertuig:
Veiligheid van een vluchthulp middel is erg belangrijk. Je bent aan het vluchten omdat er een onverwachte situatie is waar gevaar dreigt. Meestal gaat dit gepaard met paniek. Wanneer mensen in paniek zijn doen ze rare dingen en letten ze alleen maar op zich zelf. Maar je wilt niet dat er tijdens het vluchten ongelukken gebeuren, er iemand gewond raakt.
Daarom zijn de volgende eisen gesteld.
Helm:
Om de bestuurder in lage houding goed te kunnen beschermen is een helm een niet te missen veiligheidseis.
Instappen:
Het snel in het voertuig kunnen stappen is een eis die vooral met betrekking tot het snel kunnen vluchten in noodgevallen zijn waarde heeft. De instap moet dus niet te hoog zijn en er mogen geen voorwerpen zitten die het instappen verhinderen. Verder is het zeer gewenst dat er niet te veel dingen ingesteld moeten worden voordat de bestuurder weg kan fietsen.
Verlichting:
Met schemer/mist/duisternis is het van groot belang om zelf goed te zien en om goed zichtbaar te zijn. In een onverwachte situatie waar gevaar dreigt letten mensen alleen op zichzelf. Doormiddel van verlichting worden ze sneller gealarmeerd en voorkomt het dus ongelukken.
Remmen:
Tijdens het rijden zijn er tal van situaties waarbij er geremd zal moeten worden, denk hierbij aan bochten, ongelukken, onverwachte voorgangers die remmen etc.
Geluidsvoorwerp:
Aangezien het voor kan komen dat er ook anderen aan het vluchten zijn, en die meestal geen oog voor anderen hebben in dit soort situaties. Is het belangrijk dat je anderen kan waarschuwen. Dit om ongelukken te voorkomen. Het makkelijkste gaat dit met een harde bel of een toeter. Het geluid om niet te zacht zijn want in een gevaarlijke situatie kan het voorkomen dat er lawaai om je heen is.
Bescherming:
Je wilt niet dat er lichaamsdelen beschadigen tijdens het vluchten. Je hoofd en je handen zijn dan het kwetsbaarst. Voor het hoofd word een helm gedragen. Voor de handen is het belangrijk dat ze dicht bij het lichaam gehouden worden en niet te dicht bij de grond zitten. Zo kunnen ze nergens langs schuren en worden ze niet gemakkelijk geraakt door vallende of uitstekende voorwerpen.
Eisen
-
De bestuurder van het vluchtvoertuig draagt een helm
-
Het vluchtvoertuig is voorzien van voor- en achterverlichting
-
Het vluchtvoertuig heeft een rem
-
Het vluchtvoertuig heeft een voorwerp waar geluid mee gemaakt kan worden, bijv. bel of toeter
-
Handen zitten dicht bij het voertuig
Wensen:
-
De bestuurder hoeft maximaal 2 dingen in te stellen voordat hij er mee weg kan rijden.